2.1 Het onregelmatige werkwoord in de Presente.
decir (zeggen), empezar (beginnen), querer (willen-houden van), jugar (spelen), dormir (slapen), entender (begrijpen).
2.1 Het onregelmatige werkwoord in de Presente.
decir (zeggen), empezar (beginnen), querer (willen-houden van), jugar (spelen), dormir (slapen), entender (begrijpen).